Visie & pedagogisch werkplan

Ik wil graag een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en hen kansen bieden om zich optimaal te ontplooien.

Mijn doel is om kinderen goed voor te bereiden op een actieve deelname aan de samenleving. Dit doe ik door opvang te bieden van goede kwaliteit, met een herkenbare en eigentijdse invulling. De opvang vindt plaats in een veilige, stimulerende en gezonde omgeving, waarin elk kind zich welkom voelt en met plezier komt. 

In mijn werkwijze staat het kind centraal. Ik sluit aan bij de behoeften en het tempo van ieder kind, dit noemen we "kindvolgend werken".

Ik bied ruimte voor ontwikkeling op het gebied van zelfstandigheid, zelfvertrouwen, creativiteit en flexibiliteit. 

Kinderen gedijen het best in een omgeving waar ze zichzelf mogen zijn, zich gezien en gewaardeerd voelen en waar ze betrokken zijn. Een sfeer van verbondenheid met andere kinderen, volwassenen en hun leefwereld is essentieel. Warme en positieve relaties dragen bij aan hun emotionele veiligheid en het gevoel erbij te horen. Een kind voelt zich veilig wanneer het met open armen wordt ontvangen, getroost wordt bij verdriet, geholpen wordt bij uitdagingen, en eten en drinken krijgt wanneer het honger en dorst heeft. 

Daarom bied ik onder andere: 

  • Een kindgerichte benadering 
  • Structuur en voorspelbaarheid 
  • Activiteiten passend bij de leeftijd en ontwikkelingsfase 
  • Een breed en uitdagend spelaanbod 
  • Veel persoonlijke aandacht, liefde en zorg 
  • Een positieve en respectvolle benadering richting kind en ouder 
  • Oplossingsgericht denken en handelen 
  • Open en eerlijke communicatie 
  • Flexibiliteit waar mogelijk 
  • Aandacht voor rust, hygiëne en regelmaat 

In een veilige, gezonde en inspirerende omgeving geef ik kinderen de ruimte om te ontdekken, te spelen, sociale contacten te leggen, plezier te maken en zich te ontwikkelen op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Daarbij bied ik de nodige begeleiding en zorg met oprechte aandacht. 

Mijn pedagogische visie is gebaseerd op de vier basisdoelen zoals beschreven door Prof. Dr. J.M.A. Riksen-Walraven en opgenomen in de Wet Kinderopvang: 

  1. Het bieden van emotionele veiligheid 
  2. Het ondersteunen van de persoonlijke ontwikkeling 
  3. Het bevorderen van sociale vaardigheden 
  4. Het introduceren van maatschappelijke waarden en normen 

 

1. Het bieden van emotionele veiligheid

Voor een kind is het essentieel om zich welkom en op zijn gemak te voelen. Een veilige en vertrouwde omgeving helpt daarbij. Het geeft rust en ruimte om zich open te stellen en mee te doen in de groep. In de beginperiode besteed ik daarom extra aandacht aan de persoonlijke behoeften van het kind. Denk aan samen spelen, het aanbieden van passend speelgoed, nabijheid bieden, en troosten wanneer dat nodig is. Ook is het mogelijk een knuffel of vertrouwd voorwerp van thuis mee te nemen, wat het wennen vaak makkelijker maakt. 

Een kind dat zich emotioneel veilig voelt, durft te ontdekken, te leren en nieuwe ervaringen op te doen. Die geborgenheid vormt de basis voor groei in zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Als gastouder bouw ik bewust aan een vertrouwensband met ieder kind. Ik bied stabiliteit en voorspelbaarheid, zodat het kind vanuit een stevige basis kan opgroeien tot een zelfbewust en evenwichtig individu, met respect voor zichzelf én voor de ander. 

 

2. Bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling.

Ieder kind ontwikkelt zich op een eigen manier en in zijn of haar eigen tempo. Ik volg deze ontwikkeling zorgvuldig en speel daarop in waar dat nodig is. Wat zijn de interesses van het kind? Waarmee speelt het graag? Of is er misschien nieuw materiaal nodig om de groei verder te stimuleren? Kinderen die wat extra begeleiding nodig hebben, krijgen daarbij gerichte ondersteuning, bijvoorbeeld op het gebied van taal en spel. Het versterken van zelfstandigheid en zelfvertrouwen vormt de basis voor een gezonde ontwikkeling op motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel vlak. 

 

3. Bijdragen aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden.

Ik heb kennis van de verschillende ontwikkelingsfasen waarin kinderen zich bevinden en kan inschatten wat daarbij past. Spelen ze vooral naast elkaar of al echt samen? Door gezamenlijke activiteiten te organiseren wordt het sociale aspect gestimuleerd en ontstaat er een gevoel van verbondenheid. Structuur en duidelijkheid bied ik door een vaste dagindeling aan te houden en door uit te leggen waarom bepaalde regels gelden. Ook luister ik naar de mening van de kinderen. Zo leren zij samen spelen, delen, opruimen en samen eten. 

 

4. Kennismaken met de cultuur van de samenleving en het overdragen van normen
en waarden.

Ik maak kinderen op een speelse en begrijpelijke manier vertrouwd met de omgangsvormen en waarden die in onze samenleving belangrijk zijn. Hierbij staat respect voor elkaar en ieders eigenheid centraal. Regels en afspraken worden duidelijk gecommuniceerd en consequent nageleefd. Ik stimuleer positief gedrag en grijp in wanneer dat nodig is, altijd op een constructieve manier. Ongewenst gedrag probeer ik om te buigen naar gewenst gedrag, waarbij ik ieder kind positief en met aandacht benader. 

Een fijne en positieve sfeer vormt de basis voor een goede dag. Door samen regels af te spreken, weten kinderen wat wel en niet mag. Er wordt niet geschreeuwd en conflicten lossen we op een rustige en respectvolle manier op. Zo leren kinderen dat het naleven van afspraken, respect tonen en vreedzaam samenleven vanzelfsprekend is. 

 

Pedagogisch werkplan. 

1. Het bieden van emotionele veiligheid.

 

1.1 In de interactie tussen mij en het kind en de groep. 

Als gastouder zorg ik voor een veilige en vertrouwde omgeving. Het is belangrijk dat ieder kind zich snel thuis voelt, zich prettig voelt en kan meespelen met de groep. Ik ben het vaste aanspreekpunt en degene die dagelijks zorg en begeleiding biedt. In de eerste periode besteed ik extra aandacht aan de persoonlijke behoeften van het kind, door samen te spelen en passend speelgoed aan te bieden. Kinderen mogen daarnaast iets vertrouwds van thuis meenemen, zodat de overgang gemakkelijker gaat. 
Een kind kan zich pas optimaal ontwikkelen wanneer het zich emotioneel veilig voelt. Vanuit die basis groeit zelfvertrouwen, waardoor het kind zijn omgeving durft te verkennen, nieuwe ervaringen opdoet en zich spelenderwijs kan ontwikkelen. Mijn rol als gastouder is om die veilige basis te bieden, zodat een kind kan opgroeien tot een zelfstandig en evenwichtig persoon met respect voor zichzelf én voor anderen. 

1.2 In de binnen- en buitenruimte: 

Ik zorg voor structuur en duidelijke routines. We eten op vaste momenten (fruit, lunch en tussendoortjes) en ieder kind heeft een eigen slaapzak en slaapplaats op de bovenverdieping, wat rust en duidelijkheid geeft. Kinderen worden regelmatig verschoond of gaan op vaste tijden naar het toilet, waarbij ik uiteraard extra momenten inlas als dat nodig is. 
Binnen verblijven de kinderen op de begane grond, in de woonkamer. Voor de oudere kinderen staat er een speelkeukentje; voor de baby’s zijn er voorzieningen zoals een box, speelkleed, wipstoel en eetstoel. Het speelgoed sluit aan bij de leeftijd en behoeften van de kinderen en wordt afgewisseld om het spel en de ontwikkeling te stimuleren. 
De buitenruimte is volledig afgesloten met een schutting en een afsluitbare schuttingdeur. De kinderen spelen alleen onder mijn toezicht buiten in de tuin of in het speeltuintje om de hoek. Binnen is de opvangruimte schoon en veilig: er wordt dagelijks gestofzuigd en gedweild en stopcontacten zijn beveiligd. 

1.3 Activiteiten: 

Een vaste dagindeling geeft kinderen voorspelbaarheid en rust. Daarnaast bied ik op speciale dagen, zoals feestdagen, creatieve activiteiten aan zoals knutselen. Deze activiteiten worden begeleid, maar kinderen krijgen de ruimte om zoveel mogelijk zelf te doen. Ik help of geef aanwijzingen waar dat nodig is. Buiten deze momenten is er voldoende ruimte voor vrij spel, bouwen en fantasierijk spelen. 

1.4 Spelmateriaal: 

Ik stimuleer zelfstandigheid door kinderen zelf te laten ontdekken en daarbij regelmatig complimenten te geven. Wanneer een kind hulp nodig heeft, ondersteun ik op een positieve manier. Het spelmateriaal is afgestemd op leeftijd en ontwikkelingsfase. Voor de jongsten is er sensomotorisch materiaal om de motoriek te bevorderen, voor oudere kinderen gevarieerd spelmateriaal dat uitnodigt tot leren en ontdekken. Daarnaast is er buitenspeelgoed zoals een glijbaantje, loopauto, watertafel en ballen, zowel voor in de tuin als voor uitstapjes naar de speeltuin. 

 

2. Bijdragen aan de persoonlijke competentie.

 

2.1 Interactie tussen mij, het kind en de groep: 

Elk kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen manier en tempo. Ik volg deze ontwikkeling nauwlettend en speel daarop in door te kijken naar de interesses en behoeften van het kind. Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, bied ik gerichte aandacht, bijvoorbeeld door middel van taalstimulering en spel. Rust, regelmaat en structuur zijn hierbij essentieel: een voorspelbare dagindeling geeft kinderen houvast en veiligheid, waardoor ze zich beter kunnen ontwikkelen. 

In mijn opvang spelen kinderen van verschillende leeftijden grotendeels samen. Zo leren jongere kinderen van de oudere door regels en oplossingen te zien en na te doen. Tegelijkertijd leren de oudere kinderen rekening te houden met de jongere, geduldig te zijn en dingen uit te leggen. Ik observeer, begeleid en ondersteun dit proces, waarbij ik altijd kijk naar de mogelijkheden en ontwikkelingsbehoeften van ieder kind. 

2.2 Binnen- en buitenruimte: 

Ik zorg voor een uitdagende en stimulerende speelomgeving die aansluit bij de ontwikkeling van de kinderen. Buiten kunnen zij zich uitleven in de speeltuin of in de tuin, waar voertuigen, ballen, een klimrek met glijbaan en een watertafel bijdragen aan de motorische ontwikkeling. Binnen kan de tafel opzij worden gezet zodat er ruimte ontstaat voor activiteiten zoals dansen en een schommelpaard, die de grove motoriek versterken. Voor de fijne motoriek zijn er blokken, Duplo en puzzels beschikbaar. 

2.3 Activiteiten: 

Bij feestdagen organiseer ik thematische knutselactiviteiten, zoals met Kerst, Pasen of Moeder- en Vaderdag. Ook tussendoor wordt er regelmatig geknutseld, gekleurd of gelezen. Samen boekjes bekijken, zingen en veel praten stimuleert de taalontwikkeling. Door uitleg en herhaling leren kinderen hoe dingen werken, waarbij ze vooral ontdekken door te proberen en na te doen. 

2.4 Spelmateriaal: 

Om de ontwikkeling te blijven prikkelen, bied ik regelmatig nieuw spelmateriaal aan dat aansluit bij de interesses van de kinderen. Denk hierbij aan verschillende bouwmaterialen, speelgoed, knutsel- en tekenmateriaal. Bij mooi weer spelen we buiten, zowel in de tuin als in de speeltuin, waar volop buitenspeelgoed beschikbaar is. 

 

3. Bijdragen aan het ontwikkelen van sociale competentie.

 

3.1 Interactie tussen mij en het kind en de groep: 

Ik houd rekening met de verschillende ontwikkelingsfasen van kinderen en sluit daarbij aan. Sommige kinderen spelen al echt samen, terwijl anderen nog vooral naast elkaar bezig zijn. Gezamenlijke activiteiten zijn belangrijk omdat ze bijdragen aan het sociale aspect en een gevoel van saamhorigheid geven. Duidelijkheid en structuur bied ik door een vaste dagindeling en door uit te leggen waarom iets wel of niet mag. Dit geeft kinderen houvast. 

Voor kinderen die moeite hebben met contact maken, bied ik extra ondersteuning. Dit kan door samen een activiteit te ondernemen of een gezellig gesprekje te voeren, waarbij ik erop let dat het kind zich niet overvraagd of overdonderd voelt. 

Ik stimuleer zelfstandigheid door kinderen eerst zelf te laten proberen en ze positief te benaderen wanneer iets lukt. Dit vergroot hun zelfvertrouwen. Belangrijk hierbij is dat ik eerst naar het kind luister en daarna pas advies geef, zodat het zich gehoord voelt. Conflicten laat ik de kinderen zoveel mogelijk zelf oplossen; pas als dat niet lukt, grijp ik in, zonder partij te kiezen. Door zelf het goede voorbeeld te geven in mijn omgang met kinderen d.m.v. bedanken, complimenten geven, aandachtig luisteren, leren zij hoe ze op een respectvolle manier met elkaar kunnen omgaan. 

3.2 Binnen- en buitenruimte: 

In de woonkamer is er volop gelegenheid om samen te spelen. Dit helpt kinderen belangrijke sociale vaardigheden te ontwikkelen, zoals delen, overleggen en conflicten oplossen. Ik stimuleer onderling contact en leer de kinderen respect te hebben voor elkaar. Er is divers speelmateriaal aanwezig, evenals een speelkeukentje waar kinderen samen kunnen spelen. 

3.3 Activiteiten: 

Spelletjes spelen in een groepje is leerzaam: kinderen oefenen met spelregels, leren wachten op hun beurt en omgaan met winnen en verliezen. Samen spelen vergroot bovendien hun gevoel van verbondenheid. Ik moedig kinderen aan om eerst zelf iets te proberen en ondersteun pas als dat echt nodig is. Lukt het na herhaald proberen nog steeds niet, dan help ik een stukje mee, zodat het kind toch succes kan ervaren. Zo leren kinderen door te doen, te ontdekken en stap voor stap vertrouwen op te bouwen. 

3.4 Spelmateriaal: 

Samen bouwen met blokken, een parcours maken voor autootjes of spelen in de speelhoek met keukenspulletjes en knutselmateriaal: al deze activiteiten dragen bij aan het leren samenwerken en delen. Ook zijn er gezelschapsspelletjes en buitenspeelgoed zoals een watertafel, loopauto en klimrek met glijbaan. Daarnaast gaan we regelmatig naar de speeltuin in de buurt, waar kinderen samen spelen en nieuwe sociale ervaringen opdoen. 

 

4. Kennismaken met de cultuur van de samenleving en het overdragen van normen en waarden.

 

4.1 Interactie tussen mij, het kind en de groep 

Ik zorg ervoor dat regels en omgangsvormen duidelijk zijn en dat respect voor elkaar en ieders eigenheid altijd centraal staat. Kinderen leren wat er van hen verwacht wordt in sociaal gedrag, waarbij ik uitleg geef die aansluit bij hun ontwikkelingsniveau. Regels en afspraken worden consequent nageleefd, en ik stimuleer positief gedrag door complimenten en erkenning. Wanneer er toch ongewenst gedrag voorkomt, buig ik dit om op een positieve manier, zodat het kind leert welk gedrag wél gewenst is. 

Een positieve sfeer is de basis voor een fijne dag. Door samen regels af te spreken, weten kinderen wat wel en niet mag. Er wordt niet geschreeuwd, ruzies worden vreedzaam opgelost en ieder kind voelt zich gehoord en gerespecteerd. Zo wordt het naleven van normen en waarden een vanzelfsprekend onderdeel van de dagelijkse omgang. 

4.2 Binnen- en buitenruimte: 

Zowel binnen als buiten leren kinderen zorgvuldig en respectvol om te gaan met elkaar en met het materiaal. Er wordt niet gegooid of geslagen met speelgoed, en na gebruik ruimen we alles samen op. Ook leren kinderen dat trekken, duwen of afpakken niet is toegestaan. 

Omdat jonge kinderen (0–4 jaar) dit nog moeten leren, komt het regelmatig voor dat er conflicten ontstaan. In zulke situaties leg ik rustig uit waarom bepaald gedrag ongewenst is en hoe het anders kan. Kinderen leren dat wanneer ze een ander verdrietig hebben gemaakt, het goed is om excuses aan te bieden en dit te ondersteunen met een handje of knuffel. Zo ontwikkelen zij stap voor stap sociaal en respectvol gedrag. 

4.3 Activiteiten: 

Door middel van gesprekken en activiteiten maken kinderen kennis met de wereld om hen heen. We praten bijvoorbeeld over familie, huisdieren of dieren buiten. Verjaardagen vieren we samen, waarbij het kind extra in het zonnetje wordt gezet en een passend cadeautje krijgt. Ook bij een afscheid besteden we aandacht aan dit moment en krijgt het kind een afscheidscadeau. Zo leren kinderen dat speciale gebeurtenissen samen gedeeld en gevierd worden. 

4.4 Spelmateriaal: 

Met al het speelgoed gaan we netjes en zorgvuldig om. Wat kapot is, wordt weggehaald en indien mogelijk vervangen. De belangrijkste regel is: samen spelen, samen delen. Dit vormt de basis van hoe we omgaan met elkaar en het materiaal. Spelenderwijs leren kinderen de ongeschreven regels van sociale omgang: elkaar geen pijn doen, delen, op je beurt wachten en respect hebben voor elkaars keuzes. 

Kinderen ontdekken dat ieder mag kiezen waarmee hij of zij wil spelen, zonder dat dit wordt afgepakt of veroordeeld door anderen. Ook woorden als dankjewel en alsjeblieft horen bij deze omgangsvormen en worden spelenderwijs geoefend. Op deze manier leren kinderen in kleine, begrijpelijke stappen wat normen en waarden zijn en hoe respectvol samenleven eruitziet. 

 

Dagindeling: 

 

7:30 tot 8:15*: De kinderen worden gebracht tussen deze tijden en er is een korte overdracht met de ouders bij de deur. 

8:15 tot 8:45: Wij vertrekken lopend of met de bakfiets richting school om mijn dochter te brengen. 

9:00 tot 9:30: Fruit eten & drinken. 

9:30: Verschoon en wc moment. 

9:30 tot 10:45: Wij gaan vrij spelen/ knutselen/ kleuren/bouwen met blokken etc. 

10:45: Samen opruimen. 

11:00 tot 11:30: Samen lunchen & drinken. 

11:30 tot 12:00: Verschoon en wc moment. De kindjes die s'middags nog slapen klaarmaken voor het middagdutje.  

12:00 tot 13:45: Middagdutje voor de kleinere kindjes. Voor de grote kindjes die niet meer slapen is er tijd voor een rustige activiteit of lekker vrij te spelen. Als het mooi weer is gaan wij in de tuin spelen. 

14:00 tot 14:30: Wij gaan weer naar school om mijn dochter op te halen. 

14:30u tot 15:00: Tijd voor drinken een cracker/rozijntjes of iets anders lekkers. 

15:00: Verschoon en wc moment. 

16:00 tot 18:00* vrij (buiten) spelen/ knutselen/ kleuren/bouwen met blokken etc. 

 

* Eerder of later brengen/ophalen in overleg (24 uur van te voren). 

 

Pedagogisch Plan Werkmap Gastouderopvang Gaia Pdf
PDF – 238,3 KB 4 downloads